Stotterblues (C7- D7 - E7) (C7- D7 - E7)

Had ik maar niet die stomme stotters,

die woorden klevend in mijn mond.

Geloof me, er bestaat niks rotters. .

Nog liever zweren op mijn kont. .

Had ik maar een grote bek, .

waarachter ik mij kon verstoppen. .

Zomaar wat kletsen uit mijn nek. .

Overal binnen zonder kloppen. .

Als ik maar iets meer hoef te zeggen. .

Zwijgen als mijn handelsmerk. .

Geen contacten hoeven leggen : .

hier is de stilte aan het werk. .

Dat stomme stotteren. .

Had ik maar wat meer vertrouwen,.

een beetje meer geloof in mezelf..

Een kerel waar je op kan bouwen,

dan ging mijn spreken wel vanzelf.

Had ik maar een leuke smoel,.

één waarvoor de meisjes vallen.

Had ik maar een goed gevoel.

Moet altijd ik de boel verknallen?

en stond ik maar niet steeds alleen,

met duizend woorden die niet komen.

Vertellen, hinkend op één been.

Man, wat sta je weer te dromen!

Dat stomme stotteren.

Ze zeggen: "Let eens op je adem!."

of "Waarom praat je toch zo snel?"

"Je moet niet altijd zo nerveus zijn!"

"als je nadenkt lukt het wel."

"Waarom moet ik mijn mond steeds houden," .

"als ik zo veel te zeggen heb."

Heel veel woorden, heel veel spanning,

Als je niet zwijgt, krijg je een mep.

Vooral niet in de ogen kijken..

Praat met je handen in je nek..

Ja, iedereen heeft wel een antwoord.

Als ze niet zwijgen wordt ik gek!.

Dat stomme stotteren.